Tijdens onze rallyconcepten maken we gebruik van diverse routesystemen. Vooraf bepalen we steeds in samenspraak met de klant welke routesystemen gebruikt zullen worden tijdens het event.
De keuze van routesystemen zal vaak de moeilijkheidsgraad van de rit bepalen. Meestal wordt gekozen voor een gestage opbouw (de rit begint eenvoudig en eindigt pittig) waardoor het team in de wagen (variërend van 2 tot 4 personen) tot samenwerken verplicht is.
Dit is ongetwijfeld het meest eenvoudige systeem. In volle zinnen wordt aan de deelnemers uitgelegd hoe ze moeten rijden en hoe ze op elke wegverandering hun route moeten vervolgen.
Toch bestaat ook de mogelijkheid om dit systeem iets te verzwaren, b.v. door de afstanden niet te vermelden of afkortingen te gebruiken. Een ideaal systeem om een rit mee te starten!
Bij dit systeem is de wagen een bolletje en duidt de pijl de richting aan waarin we moeten rijden. De bol-pijl situaties staan in numerieke volgorde of moeten althans in numerieke volgorde worden opgelost. Soms zijn de situaties genummerd en soms ook niet.
Binnen dit systeem kunnen we dan nog eens variatie aanbrengen, door b.v. de nummers dooreen te gooien, pleintjes te ontdubbelen, etc.
Een variatie op het klassieke bol-pijl systeem, waarbij alle situaties 'haaks' worden getekend in het road-book. Moeten we b.v. een straat inslaan die schuin rechts oploopt, dan wordt de situatie toch voorgesteld onder een hoek van 90 graden. Vaak worden de afstanden ook niet vermeld.
Het hoeft geen betoog dat de deelnemers bij dit systeem algauw houvast gaan missen en volop gaan twijfelen of ze zich nog wel op het juiste parkoers bevinden.
Kaartlezen maakt wezenlijk deel uit van elke rit. En keer op keer merken we dat bepaalde deelnemers in de knoei raken wanneer ze worden geconfronteerd met een stafkaart. Het komt er dan ook op aan goed te meten en op alle details te letten. En ondertussen ook de controleletters langs het parkoers niet te missen...
Als parkoersuitzetter zullen we dit systeem nog verzwaren door kleine valkuilen in de kaarten in te bouwen. Soms loopt de ingetekende lijn b.v. naast de hoofdbaan of aan de 'verkeerde' kant van een pleintje.
Nevenstaande foto moet niet letterlijk worden genomen. Bij een blokkaderit confronteren we de deelnemers met een kaartfragment, waarbij op een bepaalde sectie van de route een kruis is aangebracht. Dit symboliseert een straat die figuurlijk 'opgebroken' is.
De deelnemers moeten de kortst mogelijke route construeren langsheen de blokkade door de ingetekende lijn zo laat mogelijk te verlaten en zo snel mogelijk na de blokkade weer op te pikken.
Een pijlenrit is een systeem dat de parkoersuitzetter volop mogelijkheden geeft om zich uit te leven. De deelnemers moeten de kortst mogelijke route construeren tussen de pijlen en zo een ideale route samenstellen. Vooraf wordt ook duidelijk meegegeven welk soort wegen in de route mogen worden opgenomen.
Maar uiteraard zullen we hen hierbij in de val proberen te lokken. De volledige pijl moet immers bereden worden en pijlen mogen niet tegengesteld bereden worden.
Het systeem van de puntenrit ligt dicht bij dat van de pijlenrit. Bij een puntenrit moeten de deelnemers geen route construeren tussen pijlen op een kaartfragment, maar tussen punten. Waar pijlen niet tegengesteld mogen bereden worden, speelt dit principe niet bij een puntenrit.
Hoewel een puntenrit op het eerste gezicht gemakkelijker oogt dan een pijlenrit, laten heel wat deelnemers zich hieraan vangen. Controleletters laten toe te controleren welk team de correcte route volgde.
Visgraat is de grote boeman van elk team. Ongetwijfeld is dit het moeilijkste systeem, dat de deelnemers vaak grijze haren bezorgt, maar dat de inrichters toelaat heel exact te testen welke teams het best op elkaar ingespeeld zijn. Meestal eindigen we de rit dan ook met dit systeem.
Een visgraat lees je steeds van onder naar boven. Het systeem geeft aan de deelnemers enkel als informatie of ze een straat links of rechts moeten 'laten liggen'.
Een sterrenrit laat de parkoersuitzetter toe vele teams te laten rondrijden binnen een specifieke zone. De teams moeten verplicht via een vrije route een aantal punten aandoen en krijgen van daaruit telkens een route-opdracht. Bij de finish van deze opdracht moet een vrije route geconstrueerd worden naar het volgend check-point.
Gegarandeerd worden de deelnemers gek wanneer ze concurrerende teams in alle richtingen zien rondrijden, zonder te weten met welk traject deze deelnemers aan de slag zijn.
Een dambordrit wordt maar zelden als systeem gevraagd, maar biedt voor de organisator toch leuke perspectieven. Door bepaalde stukjes stafkaart te maskeren, moet de deelnemer de informatie van de stafkaart toetsen aan de situatie 'ter plaatse'.
Door de zwarte vakjes strategisch te kiezen, kunnen heel wat teams op het verkeerde been worden gezet.
Bij een vlinderrit wordt er gestart vanuit een centraal punt, van waaruit diverse lussen vertrekken. Het eindpunt van elke lus vormt meteen het beginpunt van een nieuwe lus. Elke lus kan gebruik maken van een ander routesysteem.
Dit systeem laat toe om de teams uit elkaar te houden en te vermijden dat de deelnemers in elkaars spoor rijden. Wie verloren rijdt, kan bovendien makkelijk opnieuw aanpikken op het centraal punt.